'Onze klanten kopen geen dakramen'
VELUX mag dan marktleider zijn in de wereld van dakramen, volgens de Nederlandse directeur Jeroen Proemstra kopen klanten van zijn bedrijf geen dakramen maar meer licht en ruimte.

“De consument koopt ons product misschien maar een paar keer in zijn leven”, verduidelijkt Proemstra, die na een eerdere loopbaan bij fabrikanten van printers en kopieerapparaten zeven jaar geleden de overstap maakte naar de bouw. Eerst als sales manager bij Hilti en sinds 2019 werkzaam bij VELUX. “Dan moet je er als fabrikant van dakramen dus juist op die momenten voor zorgen dat je relevant bent. En dat doe je niet door te vertellen dat je het beste dakraam verkoopt, maar door de consument erop te wijzen dat hij een lichter en gezonder huis wil.”
En daaruit bestaat de verkoop- en marketingstrategie van VELUX dan ook voornamelijk: consumenten wijzen op de voordelen van een licht en goed geventileerd huis.
“Omdat we uiteindelijk geloven dat het creëren van de vraag naar daglicht en frisse lucht, en wat dat kan doen met je woning en je welzijn, vanzelf leidt naar onze toepassingen. We accepteren dat het ook onze concurrenten kan helpen, maar vertrouwen erop dat de goede relatie die we met de hele keten hebben - van groothandel, aannemerij, architecten en ontwikkelaars - uiteindelijk leidt tot een grotere vraag naar VELUX producten. Volgens ons is dat de beste manier om het commerciële spel te spelen. En bovendien de meest sympathieke manier. Het maakt me trots dat VELUX op plek 20 staat van Nederlands meest inspirerende merken.”
Verschil maken
Het is een belangrijke reden waarom Proemstra zo graag bij VELUX wilde werken. “Ik geloof echt dat er maar weinig producten in de bouw zijn die zoveel verschil kunnen maken in een woning als onze dakramen", zegt hij bevlogen. “Ik was en ben nog altijd onder de indruk hoe wij ons met een ogenschijnlijk simpel product zo kunnen profileren bij de eindklant, terwijl we eigenlijk niet direct zakendoen met die eindklant.”
Het pleidooi voor veel daglicht en frisse lucht in woningen lijkt soms rechtstreeks in te gaan tegen de heersende trend van steeds beter isoleren. Dat valt Proemstra ook op. “Natuurlijk staan wij ook voor een energiezuinige samenleving. De gebouwde omgeving verstookt inderdaad heel veel energie. Dat is tijdens de energiecrisis nog eens extra onder een vergrootglas komen te liggen.
Maar in veel moderne woningen is de balans tussen energiezuinig en een prettig binnenklimaat doorgeslagen. Die zijn zo luchtdicht gebouwd dat bewoners - helemaal sinds onze zomers flink warmer worden en de luchtkwaliteit in die huizen zwaar onder de maat is - van de weeromstuit massaal airconditioning gaan aanschaffen. Nou, dan schiet je jezelf toch in de voet? Want als er iets veel energie gebruikt is het wel airconditioning. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Vandaar ons pleidooi voor natuurlijke ventilatie. Wanneer je in je huis wat ramen tegen elkaar kunt openzetten creëer je een heerlijke trek. Veel gezonder!”
Bosbehoud
Die nadruk op gezond en gelukkig leven zit in het dna van VELUX, gelooft Proemstra. Niet voor niets was de Deense oprichter van VELUX , Villum Kann Rasmussen, zijn tijd ver vooruit toen hij al in 1965 een manifest opstelde waarin hij VELUX neerzette als een modelbedrijf waarin aandacht voor mens en milieu voorop stond. “Duurzaamheid was toen al een belangrijke pijler onder de bedrijfswaarden. We werken al meer dan 20 jaar met de strengste houtkeurmerken. Al lang voordat dit door opdrachtgevers werd voorgeschreven. In 2020 zijn we nog een paar stappen verder gegaan met onze duurzaamheidsstrategie en tevens een innige samenwerking aangegaan met het Wereld Natuur Fonds. Het eerste doel is om in 2030 volledig CO2 neutraal te opereren.” Maar de duurzaamheidsstrategie behelst meer dan het gebruik van materialen en het zuinig omspringen met energie en verpakkingsmateriaal. Proemstra: “Bovendien willen we al in 2041 - wanneer het bedrijf 100 jaar bestaat - levenslang CO2-neutraal zijn. Dat betekent dat we onze historische CO2-footprint, dus alles wat we in het verleden hebben uitgestoten, hebben goedgemaakt. Ik zeg niet voor niets ‘goedgemaakt’ in plaats van ‘gecompenseerd’ omdat dat laatste ook kan betekenen dat je elders CO2-rechten opkoopt. En daar is het klimaat niet mee geholpen. Vandaar de samenwerking met het WNF, die hebben veel meer verstand van klimaat en milieu dan wij en zij bepalen voor ons - in nauwe samenwerking met de wetenschap - hoe we in 2041 daadwerkelijk CO2-neutraal kunnen zijn.
Om die reden investeren we in bosbouwprojecten in een aantal van de meest kwetsbare gebieden op aarde. Want bosbehoud en het actief aanplanten van nieuwe bomen is een van de meest effectieve methoden om de achteruitgang van de natuur op aarde te stoppen en klimaatverandering tegen te gaan.”
De twintigjarige samenwerking tussen VELUX en het WNF moet leiden tot een verzameling bosprojecten in tropische regenwoudgebieden waar een hoge biodiversiteitswaarde is. De CO2 die uit deze bosprojecten wordt opgevangen, wordt gedoneerd aan de betreffende landen waar de projecten worden uitgevoerd, volgens de klimaattoezeggingen van de Overeenkomst van Parijs. Dit betekent dat de CO2 die door de bosprojecten wordt vastgelegd, niet zal worden gebruikt voor compensatie van de CO2-uitstoot van VELUX of van een andere organisatie.
Er zijn ook mooie lokale duurzame initiatieven, zoals de VELUX Take Back service. Oude VELUX ramen kunnen worden hergebruikt. Proemstra: “Niet gerecycled, maar echt hergebruikt. Van het hout worden bijvoorbeeld nieuwe profielen gemaakt of meubels. En ook voor het glas zoeken we goede oplossingen.”
Woonprototype
Een initiatief waarin eigenlijk alle kernwaarden van VELUX omtrent gezondheid, welzijn en duurzaamheid samenkomen is ‘Living PLaces’, een experimentele leefomgeving in Denemarken met zeven woonprototypes die aantonen dat we niet hoeven te wachten op toekomstige technologie om duurzamer te bouwen. “Een ongelofelijk gaaf project,” aldus Proemstra, “waarin we laten zien dat echt duurzaam en gezond bouwen al prima mogelijk is. De woning in dit project zit ruim binnen de strengste CO2 norm en zelfs 3 x lager dan een huidige nieuwbouwwoning. Dat bewijst dat we met het bouwen van duurzamere en gezondere woningen zowel de klimaatproblemen in onze branche kunnen aanpakken, als de gezondheid van mensen kunnen verbeteren.”
Natuurlijk zijn er in het project VELUX-producten gebruikt. “Want ondanks het feit dat we dat niet perse van de daken schreeuwen, geloof ik oprecht dat wij op productniveau en qua installatiegemak en service voorop lopen. Waarbij ik geenszins wil zeggen dat er bij ons niets te verbeteren valt, want ook wij zijn gewoon een bedrijf dat met alledaagse uitdagingen te maken heeft. Ook wij hebben te maken met uitdagingen waar veel bedrijven mee worstelen of geworsteld hebben, zoals de uitdagingen die de enorme piek in de vraag tijdens corona met zich mee hebben gebracht, zoals materiaalschaarste. En zoals hoge productiekosten en personeelstekorten. Tegelijkertijd denk ik dat we niet voor niets marktleider zijn. Omdat we ook oog hebben voor andere zaken dan alleen onze producten.”
Wet kwaliteitsborging
Per 1 januari 2024 treedt dan eindelijk de Wet Kwaliteitsborging in werking. In eerste instantie alleen voor nieuwbouw en een half jaar later ook voor verbouw en renovatie. VELUX ondersteunt aannemers om aan de eisen van die nieuwe wet te voldoen. Proemstra: “Wij weten natuurlijk precies hoe je onze dakramen zo moet inbouwen dat ze precies passen, goed luchtdicht zijn, niet gaan lekken en ook over 30 jaar nog doet waarvoor hij bedoeld is. Voor aannemers is het dus van belang - en helemaal wanneer ze onder de nieuwe wet aansprakelijk zijn voor het geleverde werk - dat ze zich aan onze inbouwvoorschriften houden en de juiste producten gebruiken. En dat bovendien vastleggen in een opleverdossier. Met trainingen en ons speciale gecertificeerde VELUX-montage-partnerprogramma zorgen we ervoor dat de montage van onze producten op de juiste manier gebeurt en dat onze partners alles op de juiste manier vastleggen. Die trainingen kunnen we ook op locatie verzorgen of in overleg met de groothandels waaraan we leveren.”